Deze pagina is onderdeel van mijn afstudeerproject uit 2013: Vogels en de Evolutietheorie (ook te bekijken bij portfolio). Met deze pagina hoop ik mensen op een toegankelijke manier bekend te maken met de evolutietheorie.
Binnen mijn afstudeerproject had ik nog een klein project opgezet waar aan meegedaan kon worden. Het project: Verspreid de Darwinvink. Dit project is echter al enige tijd afgesloten, de pagina van het project bestaat nog wel en is voor iedereen te bekijken.
Charles Darwin (1809-1882)
Bij een hoop mensen is de naam van Charles Darwin nog wel bekend als we het hebben over de evolutietheorie. Deze man ontwikkelde de evolutietheorie in de jaren na zijn reis op de boot de Beagle.
Alfred Russel Wallace (1823-1913)
Wallace is niet bij iedereen bekend als het gaat om de evolutietheorie. Toch was Wallace de persoon die onafhankelijk van Darwin rond dezelfde tijd als Darwin een evolutietheorie formuleerde.
Begrip: Variatie
Variatie wordt binnen de evolutie gebruikt om aan te geven dat één soort toch verschillen kan vertonen onderling. Hier links is een “Oervink” afgebeeld met verschillende variaties.
Heel lang geleden zijn een aantal “Oervinken” van het Amerikaanse vasteland op de Galapagoseilanden terecht gekomen.
Begrip: Natuurlijke selectie
De “Oervink” die van van het Amerikaanse vaste land komt zal op op de Galapagoseilanden te maken krijgen met andere omstandigheden dan op het Amerikaanse vaste land, zoals ander voedsel, ander klimaat en andere vegetatie. Om hier te overleven moet de “Oervink” de juist variatie/aanpassing moeten hebben. Overleven is de kern van elk wezen in “de strijd om het bestaan”. De variaties die optreden binnen een soort zijn onstaan in de genen. Als een variatie gunstig is voor de overlevingskans van het dier zal de variatie blijven bestaan als het dier overleeft en de kans krijgt die variatie door te geven aan zijn nakomelingen (via zijn genen). Zo veranderd een soort naar de omstandigheden waarin hij leeft.
Dit betekent dat soorten met variaties die niet handig zijn grote kans hebben om uit te sterven.
Bij de “Oervink” kunnen we er even van uit gaan dat er ook variatie aanwezig was in de snavel. Door de verschillende omstandigheden op de verschillende eilanden was er op elk eiland ander voedsel aanwezig. Om te overleven heb je dus een snavel nodig die voordeel biedt bij het verkrijgen van voedsel. Je kunt bij de Darwinvinken dan ook erg goed het verschil zien in de snavels. Toch lijken al deze vogeltjes in veel punten op elkaar. Hierdoor kreeg Darwin het idee dat ze allemaal dezelfde voorouder moeten hebben: de “Oervink”. Met deze gedachte heeft Darwin eigenlijk het begin gemaakt van de evolutie-theorie, namelijk dat elke soort ontstaat uit een andere soort. Ik wil nu heel even nog iets verder ingaan op de Darwinvinken. De vinken worden vaak gezien als het symbool van de evolutietheorie. Om de tekst hierboven en de vinken zelf wat beter in beeld te brengen, zal ik hieronder de dertien vinken uitgebreid tonen.
Je kunt hieronder op de afbeeldingen klikken voor uitgebreide informatie over de vinken.
Begrip: Kunstmatige selectie
Nadat Darwin terugkwam van zijn reis met het idee dat de Darwinvinken allemaal van één soort af zouden kunnen stammen, veronderstelde hij dat dit ook mogelijk was bij gedomesticeerde dieren.
Volgens Darwin stamde bijvoorbeeld alle gedomesticeerde duivenrassen af van de Rotsduif.
Om zijn theorie te onderbouwen ging Darwin verschillende soorten gedomesticeerde duiven kruisen. Na een reeks van kruisingen bleken de duiven de kenmerken van de Rotsduif terug te krijgen. Als je kijkt naar deze gedomesticeerde duiven kun je duidelijk zien dat dit geen natuurlijke selectie is, maar gemaakt door de mens. Door verschillende variaties uit te selecteren, heeft de mens deze rare uiterlijke vormen gekregen bij de gedomesticeerde duiven.
Begrip: Seksuele selectie
Na het bespreken van natuurlijke selectie en kunstmatige selectie is er nog één vorm van selectie over: seksuele selectie.
Seksuele selectie gaat niet zozeer over overleven, maar om het bezitten van een vrouwtje en daardoor voor nakomelingen te zorgen. Hiervoor zijn vaak andere eigenschappen geselecteerd dan voor het overleven.
Bij vogels en dan met name paradijsvogels is deze manier van selectie vooral te zien in het aparte verenkleed.
Wie de mooiste of meest aparte veren heeft, zal door het vrouwtje gekozen worden en dus zo de meeste kans hebben op nakomelingen.
Deze vorm van selectie stuit overigens nogal eens op commentaar, omdat hier dus eigenlijk wordt gezegd dat dieren een gevoel voor schoonheid hebben op het moment dat een vrouwtjes vogel voor de knapste mannetjes vogel kiest. Tevens is dit ook de vorm van selectie die als laatste begrepen werd. In het begin snapte men niet waarom een vogel zo’n lange staart kon hebben waardoor hij bijna niet meer kon vliegen, of zulke felle kleuren kon hebben waardoor hij makkelijk te zien is voor roofdieren.
Begrip: Overgangsfossiel
Het laatste maar zeker ook belangrijk begrip wat ik nog wil bespreken is een overgangsfossiel.
Het bewijsstuk wat Darwin in zijn tijd nog miste werd gevonden in 1861, slechts twee jaar na de uitgaven van “het ontstaan van soorten”. Dit bewijsstuk was het fossiel van de Archaeopteryx. Dit fossiel van het dier dat ongeveer 150 miljoen jaar oud is bevatte duidelijk kenmerken van moderne vogels, zoals de veren afdrukken, maar bevatte ook sporen van van reptielen zoals tanden, klauwen en een benige staart. In dit fossiel is de overgang van de ene naar de andere soort dus eigenlijk in één oogopslag te zien. Niet alleen een theorie, maar echt bewijs waarin de evolutie te zien is!
Klik op de afbeelding om hem vergroot te zien.